Ook kinderen weten dat er een oorlog gaande is. Sommige vinden het fijn erover te praten, voor andere is het te spannend. Hoe ga je daar als ouder mee om?
‘Oorlog’, ‘Oekraïne’ en ‘Poetin’ zijn woorden die de laatste week erg vaak vallen in huis. De drie kinderen van 5, 8 en 10 jaar zien hun ouders voortdurend op de telefoon kijken en het laatste nieuws aan elkaar vertellen. Zondagavond was de jongste er klaar mee: “Ik wil niet meer dat jullie over Oekraïne praten”, zei ze. “Ik vind het eng.” Hadden de ouders beter moeten oppassen met het praten over hun eigen spanningen?
“Ouders vinden deze situatie net zo goed eng”, zegt orthopedagoog Daniëlle Goedhart-Bax van kinder- en jeugdpraktijk Een stap voor. “Maar kinderen hebben jou nodig om op te bouwen en te vertrouwen. Ze herkennen het als ouders zich zorgen maken, probeer dat gevoel niet op hen over te dragen.”
Blijf dus feitelijk, zegt Goedhart. “Treed niet te veel in detail, maar bedenk bijvoorbeeld hoe het NOS Jeugdjournaal het zou doen. Dat heeft een heel goede toon. Poetin wil ‘meer land’ en ‘meer macht’, hij wil ‘de baas spelen’. Maar ga het niet hebben over alle economische belangen, of wat Poetin mogelijk allemaal van plan is. Kinderen kunnen dat allemaal nog niet relativeren.”
‘Sluit aan bij wat kinderen zelf willen weten’
Zelfs het NOS Jeugdjournaal kan nu voor sommige kinderen nog te heftig zijn, denkt opvoedcoach Annelies Bobeldijk van Wow opvoedcoaching. “Mijn oudste van 10 zou het wel aankunnen, maar voor mijn kind van 8 moet ik nog goed in de gaten houden welke informatie hij precies krijgt. Deze week kijken we even niet. Sowieso is het goed als ouder om mee te kijken naar het Jeugdjournaal.”
Demonstranten betuigen zondag op de Dam in Amsterdam hun steun aan Oekraïne.
Bobeldijk en Goedhart vinden allebei dat de vragen van het kind over de oorlog leidend moeten zijn in de gesprekken over de oorlog, en niet de zorgen of gesprekken van de ouders. Dat de moeder uit dit gezin aangeeft er achteraf een beetje spijt van te hebben aan tafel te hebben verteld over president Zelenski, die zo dapper in Kiev blijft ondanks dat Poetin hem het allerliefst wil pakken, begrijpen ze wel. Bobeldijk: “Wisten de kinderen vooraf al wie Zelenski was? Zolang ze dat niet weten, laat dat vooral zo.” Goedhart bevestigt: “Sluit aan bij wat zij zelf willen weten”.
Houd rekening met de jongsten
Anderzijds is het wel goed om het met de kinderen over helden van deze oorlog te hebben: “Het Rode Kruis, of mensen die met een bus op weg gaan om hulpgoederen te leveren of vluchtelingen op te halen. Dat zijn de lichtpuntjes”, zegt Goedhart. Nuttig kan het volgens haar ook zijn om met de kinderen mee te doen aan een hulpactie. “Het is goed om iets te doen.”
Aan tafel bij dit gezin wil de jongste dus niets meer horen over de oorlog, maar de oudste twee vinden het eigenlijk ook wel spannend. Ze hebben vrienden met Russische en Oekraïense achtergronden, en leven erg mee. Beide opvoedadviseurs vinden dat je desondanks aan tafel rekening moet houden met de jongste. Bobeldijk: “Kies dus een ander gespreksonderwerp. Breng kinderen tot 6 jaar zo min mogelijk in contact met dit soort nieuws. Vertel dat ook aan de oudsten, dat hun broertje of zusje er nog te klein voor is, en dat je er wel over doorpraat als die naar bed is. Dan voelen ze zichzelf extra groot.”
Verbieden helpt niet
“Tot 6 jaar kunnen kinderen fantasie en werkelijkheid nog niet voldoende scheiden”, zegt Goedhart. “Deze actualiteiten zijn te abstract. Met de oudste kinderen kun je er wel meer over praten. Maar ook voor hen geldt: houd het simpel en feitelijk.”
Het kan natuurlijk zijn, zegt Bobeldijk, dat oudere kinderen met een telefoon via sociale media toch filmpjes tegenkomen van schuilkelders of bombardementen. “Houd dat de komende tijd goed in de gaten. Het kan zijn dat je kinderen meer te weten komen dan je eigenlijk zou willen. Verbieden te kijken zal niet helpen, maar kijk mee en bespreek het samen.”
Comments